Ken je iets heerlijkers dan je gedachten verwoorden en op papier zetten? In onze klas proberen we vaak met taal te spelen, onze woordenschat te verrijken, het lezen te stimuleren,... Voor het klassieke stellen (of creatief schrijven, zoals we het nu noemen) pakken we het iets anders aan dan in het werkboek. Bij gewone opstellen botsen kinderen al snel op de grenzen van hun fantasie. Hoe kunnen ze hun verhaal uitbreiden, welke elementen kunnen ze toevoegen, welke draai geef je aan het verhaal,... We bieden de kinderen een lagere drempel aan door een speelse instap.
De eerste les van onze aangepaste opdrachten creatief schrijven is die van 'snelassociatie'. Juf bedacht vooraf tien woorden (dit kan een werkwoord zijn, zelfstandig naamwoord, plaatsnaam, getal, een woord dat twee betekenissen heeft,...) en die noemt ze snel na elkaar op. Het eerste woord waaraan wordt gedacht, mag opgeschreven worden. Bv. bij 'oranje': sinaasappel, kleur, geel, warm,... Alle woorden zijn goed, er kunnen geen fouten gemaakt worden. Wie even niets weet, zet een streepje. Er mag niet gepraat worden. De woorden blijven nog geheim. Van dat tiental mogen er drie uitgekozen worden en omkringd. Nadien krijgen de leerlingen een tweede opdracht: Schrijf met deze drie woorden een tekst van ongeveer twee à drie zinnen. De woorden mogen in een andere volgorde. Het mag onzin zijn. Spelling is voorlopig niet de belangrijkste pijler.