Intussen zijn we de taakjes gewoon:
Twee kinderen zijn elke week verantwoordelijk voor de kippetjes.
Elke dag controleren we hoeveel eitjes er werden gelegd.
Het aantal houden we bij op onze eitjeskalender.
We noteren de legdatum op het ei en brengen dit naar de koelkast in de eetzaal.
Daar hangen onze affiches uit die reclame maken om de eitjes aan te kopen.
De centjes die onze school ontvangt, worden verzameld in onze kippenspaarpot.
We tellen de munten op en rekenen uit hoeveel eitjes er dus aangekocht werden met dat geld.
Bv. Juf Karen gaf ons vorige keer 75 cent. Eén eitje kost 15 cent dus wisten we... dat ze 5 eitjes kocht!
(Door op te tellen óf te vermenigvuldigen!)
Elke donderdag vullen onze kippenverantwoordelijken de graantjes aan en zorgen met zaagsel voor een gezellig warm hokje.
Maar! Probleem! Het zaagsel is op.
We spraken onze spaarcentjes aan.
Hoeveel hadden we al verzameld?
We telden op: €11 en 45 cent.
Samen gingen we naar de directeur en vroegen of ons bedrag voldoende was voor de prijs van een nieuwe zak zaagsel.
Wordt vervolgd!